{div-startdate}Amsterdam 2 february 1739
Myn Herr & seer geerder Vriend
UwelEd missive uyt Paris hebbe ik op syn tyd wel ontfange, benevens de Orchides, verders hebbe met veel plaisier gesien UwelEd in Sweeden waart gearriveert en desselfs Ouders & Vrinden wel had gevonden, en wel in sonderhyt desselfs Beminde daar ik UwelEd mede feliceteere en alle vergenoeging toewensche, verders hebbe ik de saaden met UwelEd missive van 1 November ook wel ontfange waarvoor ik hartelyk dank segge, en sal deselve op syn tyd in de grond legge volgens UwelEd schryve. Ik soude niet gemanqueert hebbe, so haast ik tyding kreeg dat gy in Sweeden gearriveert waart, aan UwelEd eenige exemplaaren van de Hortus[1] te senden, maar is sedert geen een schip van hier naar Stockholm vertrocke, het welk ook de reeden is dat niet eerder hebbe geschreeve also van dag tot dag gewagt hebbe of er geen schip soude gaan, om dan tegelyk het versenden van de boeken te melden. Dog sal sulks nu in t voorjaar doen met het eerste schip dat op Stockholm vaart.
Ik hebbe verders aan aan alle bekende so in Duydsland, Vrankryk & Engeland een exemplaar van myne Hortus gesonde en ben der al by de hondert quyt sonder nog een verkogt te hebbe en hebbe nog verbrugd lang na de tytel plaaten moete wagte en kreeg van alle kante so veel brieven dat ik niet wist waar my te bergen, en was egter niet in stand om te kunne versenden. Sr Hans Sloan schryft my dat de Hortus in de societyt is geleese en veel approbatie heeft, Jussieu, du Fay en anderen schryve my ook dat in Vrankryk veel approbatie heeft & de Hr. D[octor] A. F. Walter dat het hem ook ten uyterste welgevalt en dat het met den eerste in de Acta Eruditorum Lip. sal brenge en het werk naar merite laudeere. Verders gaat het hier in myn tuyn redelyk maar wilde wel dat de Hortulanus het goed wat meer in order hield, maar kan wel merke wat de reden daarvan is, namelyk om daar wat beter mede te kunne speele want van tyd tot tyd veel plante mis sonder dat ik sie dat die uytgegaan of gestorven syn. Wat de tuyn te Leyden aangaat sal de Hr van Royen UwelEd al geschreeve hebbe, en de verdere veranderinge die er door de dood van onsen Waarden Boerhaave syn voorgevalle, ik hoore dat de Hr Gaubrus seer grooten opgang maakt, de dood van onsen goeden Vriend Bartz op Suriname, en hoe die goede man daar mishandelt is, sal UwelEd ook mogelyk wel gehoort hebbe. d ingeslootene hebbe ik van de Hr Burmannus ontfange en dewyl my seyde dat er geen haast by was, so hebbe hem gehoude tot ik selfs schreef maar dagte niet so lang gewagt te hebbe, maar ik worde so Hyphoconder als ik schryve moet dat wel tienmaal de pen in de hand neem en van benauwthyt moet weder neerlegge, dat ik niet weet wat ik doen sal, en Mynen Grooten Esculaap is er niet meer, dier halve versoeke aan D Burman niet te schryve dat ik syn brief solang heb opgehoude. Myn soon Petrus is voorleede july getrout en is zedert secretarius van Burgermeesteren van Amsterdam, of eerste secretarius, geworde en gaat nu in de aanstaande week op de vergadering van Holland na den Haag. Myn soons George & Johannes Haar Huysvrouwe hebbe ook yder een soon gekreege. Verders is de Familie hier nog welvarend en ik word oud. kan ik UwelEd hier eenige dienst doen versoeke het my maar te schrijve, en kan UwelEd my nog een of andere saden of mineralia toe sende het sal my aangenaam syn, ik sal de koste geerne restituere ook is myn versoek om saad van Pine of diergelyke boomen om boven op het duyn by de berg te saayen waarmede my sult verpligte waarmede ik blyve naar presentatie van myn dienst
Myn Heer & seer Geeerde Vrind
UwelEd dienstwillige dienaar
{div-signature}George Clifford
{div-address}[address] a Monsieur / Mons Carolus Linnaeus M.D. / Membre de la Société Imperiale des Sciences &. &. / à Stockholm
EXPLANATORY NOTES
1. Linnaeus, Hortus Cliffortianus.